Is het voorbij?

Is het voorbij? vroeg de man

Wat is voorbij? vroeg de vrouw

Gewoon, alles wat achterblijft, is dat voorbij?

De vrouw dacht even na

Heb je dan alles achtergelaten?

Nee, zei de man

Nee, jij bent hier

En ik vanzelfsprekend

En onze momenten samen

Die zie je nu niet natuurlijk

Maar soms, wanneer je even je ogen sluit

Dan opeens zijn ze daar

Dus onze momenten zijn dichtbij?

Vroeg de vrouw

De man knikte

De vrouw glimlachte

En als ik wegloop?

Vroeg de vrouw

Als ik wegloop, is het dan voorbij?

De vrouw liep een stukje weg bij de man

tot hij haar niet meer zag

Sluit je ogen eens? Riep de vrouw

Het is er nog, zei de man

Alles is er nog

Het is nog steeds dichtbij

Hij zuchtte van opluchting

De vrouw glimlachte

Dus onze momenten zijn dichtbij?

Even sloten ze samen hun ogen

Genoten van dichtbije, voorbije momenten