Lade vol herinneringen

Die lade spookt de hele dag al door mijn hoofd. Die lade vol rommel. Zoveel chaos. Vol tegenzin open ik ‘m. Wat ga ik allemaal tegenkomen?

Mijn handen dwalen, voelen, raken aan en hervormen herinneringen. De rommeltjes als gebeurtenissen in mijn hoofd. Ze vinden een permanent marker. Zonder dop. In de prullenbak ermee? Mijn gedachten wandelen naar meer dan dertig jaar geleden.

Twaalf jaar ben ik. Ik fiets naar mijn vriendin. Vandaag is onze eerste dag op de middelbare school. De bruinleren schooltas veilig onder mijn snelbinders. Hij ruikt nieuw. Is nog een beetje stijf. De tas is net zo nieuw als de dag. Het voelt spannend maar ook vertrouwd omdat mijn vriendinnen er zijn. Een beetje stoer wil ik zijn, dus in het klaslokaal gaat de dop van de stift en het leer van de tas wordt versierd met zwarte vriendschapsteksten. De marker gaat in de prullenbak.

Mijn handen zoeken verder. Een kaarsenhoudertje voor in de kerstboom. Wat grappig. Mijn ouders brandden vroeger echte kaarsjes in de boom. Dat vertelden ze vaak. En veel kerstornamenten waren daar getuige van. Dikke lagen opgedroogd kaarsenvet geven de kerstballen een authentiek tintje van weleer. Enkele van deze kerstdecoraties gaf mama me cadeau tijdens de eerste Sinterklaasviering na het overlijden van mijn vader. Hij was dol op de kerst. Ik ook. Ik houd van de belofte, van de bubbel. Samen zijn. Rust in huis. Lekker eten. Spelletjes. Geen buitenwereld. Het mooist vond ik het, wanneer ik mijn ogen dichtkneep en de lichtjes zo tussen de spleetjes door bekeek. Dan sprankelden ze nog meer.

Het houdertje leg ik apart. Deze kan binnenkort de kerstboom in wanneer ik die samen met mijn dochter volstouw met al onze vondsten en opgespaarde kerstballen van ons leven samen lang.

Dan.. een briefje. Niets bijzonders. Een verfrommeld ding. Ik lees het terwijl mijn handen het al in de prullenbak werpen.

“Mama, ik vind je lief”

Mama. Het jochie dat dit briefje schreef, maakte mij moeder. Mama. Dat prachtige, eenvoudige woord. Ik ben 28 jaar. Ik zit in mijn rode Volkswagen Lupo. Vroeg in de ochtend. Onderweg naar mijn werk. Alles is gewoon als altijd maar alles is ook opeens compleet anders. Want ik weet, dat jij er bent. Veilig bij mij. En ik bedenk, dat ik de aankomende maanden niet alleen ben wanneer ik alleen ben. De radio speelt “Kiss of Life” van Sade. Dat wordt mijn liedje voor jou.

Al die spulletjes in mijn lade. Het zijn mijn herinneringen, gedachten, flarden van mijn leven. Er is geen orde nodig. Het is een onsamenhangend rommeltje, maar wel mijn onsamenhangende rommeltje . De lade blijft onopgeruimd. Vol. Chaotisch. Opruimen, nooit van mijn leven.