Wolkje

Ik gun je een wolkje aan de lucht

Niet zo’n boze, hoor

Geen dreigende donderwolk

Maar een lief, wollig wolkje

Een wolkje als de schuimbelletjes in een bad

Van die belletjes die, wanneer je blaast, door het water zwemmen

Ik gun je zo’n wolkje aan de lucht

Zodat wanneer je op je rug ligt in het gras

En je diep uitademt

Je blaast vanuit je tenen

Er geen wolkje meer aan jouw blauwe lucht zal staan